Timora-persoonlijk
Tot
orientaals dansen kwam ik, omdat ik bij het badminton spelen
toevallig een aanplakbiljet zag: Binnenkort start van een cursus
orientaals dansen voor beginners. In een overmoedige bui zei ik tegen
mijn vriendin „kom, we doen nu eens iets geks en melden ons
aan.“.
Dat was ca. 13 jaar geleden…
Ik
was direct totaal begeestert. Mijn familie dacht in 't begin „dat
gaat wel over (daar moeten we doorheen)“ en mijn opgroeiende
dochter vond het geheel zelfs nogal pijnlijk: Andere moeders gingen
pottenbakken, haar moeder ging orientaals dansen. Maar het tegendeel
gebeurde: Mijn fascinatie werd steeds groter.
Er waren momenten,…
toen Anette in 't begin met zwaanachtige slangenarmen om me heen
danste, mijn lange armen er echter meer uitzagen als kachelpoken, of
toen ik bij mijn eerste bezoek aan de Orientale in Düsseldorf
Gamila zag dansen en met verbazing vast stelde, wat men allemaal
isoleren en elegant bewegen kan,… toen dacht ik: laat het
liever maar zijn, dat word nooit wat, dat leer je van je levenlang
niet“.
Maar de liefde voor deze wondermooie manier van
dansen liet me niet meer los. Hoe meer ik tot zijn geheimen
doordrong, hoe meer ook mijn fascinatie toenam. Voor mij betekent hij
levensvreugde, sport, kunst, creatieve fitness, lichaamsbeheersing
und plezier tegelijk. Een keer per week orientaals dansen was me
spoedig niet genoeg en ik maakte ijverig van elk mogelijke
gelegenheid gebruik om mijn techniek te verbeteren.
Na een
optreden werd ik door enkele vrouwen aangesproken met de vraag hen
les te geven. In 't begin was ik sceptisch, of dat wel wat voor mij
was. Ik merkte echter snel dat het me plezier deed mijn kennis door
te geven. Het gaf me voldoening te zien hoe mijn leerlingen
vooruitgang maakten en na hun eerste optreden was ik geroerd en trots
als een moeder op haar kinderen. Ik voelde echter ook een
verantwoordelijkheid voor hen en dacht, het moet ook handen en voeten
hebben, wat ik hen bijbreng. Ik was bang dat iemand zich in mijn les
zou bezeren en had het gevoel als „niet-orientalische“ te
weinig achtergrondkennis te hebben om deze oude vorm van dansen te
onderwijzen.
Daarom volgde ik bij het Deutschen
Tanzsportverband in Frankfurt een opleiding als Fachübungsleiterin
für Orientalischen Tanz, die ik in 2006 trots met het verkrijgen
van de C-licentie afsloot.
2005 begon ik de Opleiding bij
Yamila, Stichting „Dans van de Morgenstond“ in Luik (B)
als danseres en lerares voor orientaalse dans. Ik was verbaasd: Tot
nu toe was ik gewend, dat in de dansles de lerares voorin iets
voordeed en dat de deelnemers zich inspanden haar zo perfect mogelijk
na te doen. Nu werd eigen initiatief gevraagd. Naast overdracht van
danstechniek, achtergrondkennis en onderwijsmodaliteiten lukte het
Yamila om de persoonlijkheid en individuele vaardigheden van iedereen
afzonderlijk te voorschijn te lokken.
Creativiteit en een portie
persoonlijke moed waren vereist. Dat was nieuw en vaak heel erg
zwaar. Er waren weer van die momenten… Het danselijk
zelfbewustzijn raakte aan het wankelen, zelftwijfel kwam terug. Maar
volhouden loonde. Een nieuwe dimensie van dansen deed zich voor: de
eigen dans, geen nagedanste choreografie, zelf beslissen en voelen
hoe je de muziek omvormt. Toegang tot het eigen ik vinden en de moed
hebben dat weg te laten, grenzen overschrijden, experimenteren, je
eigen stijl en uitdrukking vinden – zo veel kostbare
ervaringen.
In onze dansclub in Aken had ik al veelvuldig zeer
actief aan het tot stand komen van orientaalse showavonden meegewerkt
en ook vroeger had ik al vele keren met kloppend hart op een podium
gestaan. Met de professionele ondersteuning van Alain als regisseur
en Yamila als artistieke leider leerde ik ook, nu bij het tot stand
komen van het slotfestival in Lanaken, een geheel nieuwe dimensie van
podiumoptreden kennen.
Als artistennaam, die ik niet vaak
gebruik, koos ik „TIMORA“. Dat komt uit het hebreeuws en
betekent zo veel als „groot, slank, als een palm“.
Ik
vond dat past bij mij. (Echter na de laatste vakantie had ik het idee
dat zich daar wat verandert, waarbij ik niet de grootte bedoel).
Dansen werd steeds meer tot een belangrijk bestanddeel van
mijn leven. Gelukkig heb ik een fantastisch gezin, dat dat accepteert
en mij ondersteunt. Sinds ca. 8 jaar dans ik ook standaard en latijns
met mijn man op breed sporttoernooivlak en hobbymatig Argentijnse
Tango. Ik kijk graag over de rand naar andere dansrichtingen en het
geeft me plezier, musikale grenzen te overschrijden en ook eens
orientaalse bewegingen op een Slowfox of een Rumba te dansen.
Een
dag zonder dans is voor mij een verloren dag.
„Dans en
besef, je dans ist nooit af. Hij is altijd in beweging en
verandering, zoals het leven zelf!“
(uit een gedicht van Ute
Köck)